Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Suspendisse varius enim in eros elementum tristique. Duis cursus, mi quis viverra ornare, eros dolor interdum nulla, ut commodo diam libero vitae erat.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Suspendisse varius enim in eros elementum tristique. Duis cursus, mi quis viverra ornare, eros dolor interdum nulla, ut commodo diam libero vitae erat. Aenean faucibus nibh et justo cursus id rutrum lorem imperdiet. Nunc ut sem vitae risus tristique posuere.
Wat heeft er in 2019 plaatsgevonden binnen het Cubiss project Versterken taalvaardigheid?
Met welke partners hebben we samengewerkt? Wat waren de hoogtepunten van het jaar?
En met welke blik kijken we naar de toekomst? Lees het in dit kennisdossier 2019.
Minder laaggeletterdheid in Brabant, dat is ons doel!
Meer dan 10% van de Brabanders kan niet (goed) lezen of schrijven. Terwijl dit essentiële basisvaardigheden zijn om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving.
Het afgelopen jaar hebben we met het project Versterken taalvaardigheid bijgedragen aan het taalvaardiger maken van de Brabantse burger. Dit deden we in samenwerking met lokale en regionale taalnetwerken. We richtten ons specifiek op drie groepen: werkgevers en –nemers, nieuwe Brabanders en taalzwakke jongeren.
In dit kennisdossier kun je zien wat wij, samen met onze lokale en regionale samenwerkingspartners, hebben ondernomen. En we gaan door. Investeringen van de afgelopen jaren zijn alleen van waarde als iedereen blijft investeren op dit thema. Blijvend inzetten op eigenaarschap en commitment is essentieel.
Yvonne van den Berg
Projectleider Versterken taalvaardigheid
In veel Brabantse bedrijven werken laaggeletterden. Zij hebben grote moeite met lezen, schrijven en computeren. En dus ook met formulieren invullen, instructies begrijpen of het schrijven van een e-mail. Vaak zijn werkgevers hier niet van op de hoogte. Dat moet veranderen vindt Moon Fung Fong, adviseur bij Cubiss. Zij maakt werkgevers bewust van het thema laaggeletterdheid en adviseert hen over strategie, beleid en uitvoering.
“Uit onderzoek blijkt dat laaggeletterdheid vaak voorkomt onder schoonmakers, horecapersoneel, chauffeurs, verzorgenden en productiemedewerkers. Deze groep weet vaak goed te verbergen dat ze moeite hebben met lezen of schrijven. Door smoesjes als ‘ik ben mijn bril vergeten’ of ‘ik dacht dat de afspraak morgen was’. In hun functie hebben ze de vaardigheden niet continu nodig. Het probleem begint bijvoorbeeld als een nieuwe veiligheidsinstructie per mail wordt doorgestuurd. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Werkgevers zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het doen en laten van hun medewerkers. Maar hoe kunnen zij dit weten?”
Blik op de toekomst
In deze intensieve samenwerking ligt tevens de grootste uitdaging, vindt Moon Fung. “We willen die werkgever zoveel mogelijk ontzorgen. Het is namelijk de belangrijkste schakel in het proces om die laaggeletterde te traceren, motiveren en stimuleren om iets aan taal te doen. We werken vooral vanuit de arbeidsmarktregio’s, maar een werknemer gaat over grenzen heen. Die woont misschien in de ene regio, maar werkt in de andere. Ons aanbod aan trainingen zou minder regiogebonden mogen zijn.
Ik zou pleiten voor één aanbod vanuit één organisatie, zodat werkgevers niet hoeven te zoeken waar ze terecht kunnen met hun vraag, maar duidelijkheid hebben over te volgen stappen. Aan de achterkant betekent dit dat we vooral moeten samenwerken en als één gezicht naar buiten treden”, aldus de oproep van Moon Fung.
Een urenstaat of vakantierooster invullen? Een website opzoeken of mailtje beantwoorden? Bij zo’n 97.000 werknemers in Noord-Brabant breekt het zweet uit als ze dat moeten doen: ze hebben moeite met lezen, schrijven en computeren.
Maurice D’haene, programmaleider Cubiss Brabant: “Het probleem van laagtaalvaardigheid is urgenter dan ooit en krijgen we niet in één keer opgelost. Laaggeletterdheid is een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dus laten we nog meer samenwerken, zodat we ook bestaande initiatieven breder kunnen uitzetten. De regering wil de komende vijf jaar flink investeren om laaggeletterdheid te bestrijden. Overheid, gemeenten, onderwijs, bibliotheken, werkgevers én werknemers kunnen nog meer doen om samen met Cubiss laaggeletterdheid te voorkomen en bestrijden. Investeren in taal loont, absoluut. Maar daar moeten we wel wat voor doen. Samen.”
Onder 700 medewerkers valt één laaggeletterde natuurlijk niet op
Bij Bosch Transmission Technology in Tilburg werken meer dan 700 operators. Dit enorme productieteam houdt zich met name bezig met de ontwikkeling en productie van metalen duwbanden, het hart van de continu variabele transmissie, met name populair in Japan, China en de USA. Bij Bosch leggen ze het ook wel uit als de moderne versie van het ‘pientere DAF-pookje’. Het team is enorm divers, van jong tot oud en met zo’n 50 verschillende nationaliteiten. Veel medewerkers werken er al jaren en zijn intern doorgegroeid via opleidingen of cursussen. Anderen zijn minder ambitieus en vinden het heerlijk om op hun vertrouwde plekje te blijven zitten. Maar is dat een bewuste keuze of ligt daar een andere oorzaak aan ten grondslag?
De aanleiding om met laaggeletterdheid aan de slag te gaan
In de zomer van 2018 opende Koning Willem-Alexander het mbo-jaar 2018-2019 bij ROC Tilburg. Tijdens één van de lezingen ging het over laaggeletterdheid. Een medewerker van een afvalverwerkingsbedrijf vertelde dat hij aan de slag was gegaan met taal en hoe zijn leven hierdoor was veranderd. Dit zette de voormalig HR-medewerker van Bosch, die toehoorder was, aan het denken. Zij had al eens eerder te maken gehad met het thema laaggeletterdheid. Het zou goed mogelijk kunnen zijn dat er laaggeletterde NT1 en NT2’ers* bij Bosch werken. Maar hoe komen we daar achter?
Iemand wordt beschouwd als laaggeletterd wanneer hij niet voldoet aan het minimale niveau om te functioneren in de maatschappij. Dit niveau is vastgesteld op eind vmbo of niveau mbo-2/3.
Medewerkers ontwikkelen zich en vergroten daarmee hun inzetbaarheid
“We willen dat iedereen onze veiligheidsinstructies kan lezen. Als er een calamiteit is, moeten ze wel weten wat ze moeten doen. Dus medewerkers hebben een bepaald lees- en schrijfniveau nodig om op een verantwoorde en veilige manier te kunnen werken. Daarom stimuleren we medewerkers om zich verder te ontwikkelen. Niet alleen op taal, maar ook op andere vlakken natuurlijk“, zegt Dennis de Vries, coördinator operator kwalificatietrajecten bij Bosch en tevens opleidingscoördinator. Zo’n 170 medewerkers haalden de afgelopen jaren via dit opleidingstraject een diploma op mbo niveau 2 of 3 in de techniek. “Met een hoger kwalificatieniveau zijn medewerkers breder inzetbaar. Dat geeft zeker voordelen. Maar niet iedereen heeft gebruik gemaakt van de opleidingsmogelijkheden. Naar schatting gaat het om zo’n 300 medewerkers. Hier zouden best laaggeletterden tussen kunnen zitten”, vermoedt Dennis de Vries.
De aanpak
“Medio 2020 gaan we samen met Cubiss teamleiders informeren over hoe ze laaggeletterdheid kunnen herkennen bij hun teamleden. Medewerkers mogen op vrijwillige basis een test doen om het taalniveau te bepalen. We vertellen de medewerkers dat als je je taalniveau verbetert, dit ook effect heeft op je eigen leven. We hopen vooral dat medewerkers zichzelf durven te laten zien en zich willen ontwikkelen. Al kunnen we maar één medewerker helpen, dan is het project voor ons al geslaagd. Dan kun je iemand zijn wereld veranderen. Dat gunnen we onze medewerkers“, aldus Dennis de Vries.
Binnen het project Versterken taalvaardigheid is naast Taal op het werk en Taalzwakke jongeren de doelgroep ‘Nieuwe Brabanders’ benoemd. Het gaat niet alleen over asielzoekers en statushouders, maar ook over expats en arbeidsmigranten. Een belangrijke groep van de Brabantse bevolking, die onze taal niet (goed) machtig is. De missie van Cubiss, ‘Iedereen doet mee’, sluit hierbij aan en maakt Cubiss een logische partner om deze groep te helpen in hun participatie in de Nederlandse samenleving.
Met deze missie in het achterhoofd hebben we het afgelopen jaar verschillende activiteiten uitgevoerd. Eén daarvan is de portrettenreeks die we gemaakt hebben van Nieuwe Brabanders. De portrettenreeks speelt in op de bewustwording van het effect van taal op het dagelijks leven. Bekijk de portrettenreeks »
De portretten worden binnenkort gebundeld in een boekje. Dit boekje wordt het vervolg op de portrettenreeks van taalambassadeurs dat verschenen is in 2018.
Yvonne van Bijnen over de portretten
Yvonne van Bijnen, adviseur Cubiss: “Wat mij betreft zitten de kracht en de toegevoegde waarde van de portrettenreeks vooral in de ‘positieve zichtbaarheid’ die het de nieuwkomers geeft. In media worden nieuwkomers vaak afgeschilderd als een groep die iets nog niet kan (bijvoorbeeld de taal of werken). De nadruk ligt dan op problemen die integratie met zich meebrengt. Maar deze mensen zijn meer dan dat en dat wordt in deze portrettenreeks benadrukt.
Deze groep mensen heeft dromen en ambities. Ze hebben al heel wat bereikt en bijgedragen aan de Nederlandse maatschappij. De Syrische Mohammed die een falafelrestaurant in Breda heeft opgericht dat inmiddels goed loopt, is daar een mooi voorbeeld van. De nieuwkomers vonden het ook fijn om in het interview een completer beeld van zichzelf te mogen geven.”
Blik op de toekomst
Een belangrijke uitdaging voor het aankomende jaar is partners in het sociaal domein de verbinding met elkaar aan laten gaan. Veel organisaties zijn binnen hun eigen mogelijkheden hetzelfde aan het doen. Als de krachten gebundeld zouden worden, zou er meer mogelijk zijn.
Een tweede uitdaging is de politieke tendens. De focus ligt momenteel erg op de NT1-er: de ‘autochtone’ Nederlander die moeite heeft met lezen en schrijven. Een voorbeeld is de ruimte voor deze doelgroep binnen de beleidsplannen voor 2020 van de bibliotheek. Dat is goed, maar de realiteit is ook dat er in 2021 een nieuw inburgeringsstelsel gelanceerd wordt. Een stelsel dat veel gaat vragen van gemeenten en waar zij hun sociale partners hard nodig zullen hebben. Daarbij is de asielinstroom weer aan het toenemen.
Voor spelers in het sociaal domein is het daarom belangrijk om in beleid en uitvoering ook voldoende aandacht te houden voor nieuwkomers. Voor Cubiss ligt hier in 2020 de opdracht samenwerkingspartners bij elkaar te brengen en aangehaakt te houden op dit thema.
Nieuwe Brabanders zijn niet in Nederland geboren, maar hier op latere leeftijd gekomen. Het gaat om expats, vluchtelingen, arbeidsmigranten of statushouders. Arbeidsparticipatie van deze nieuwkomers is een actueel thema. Er staat namelijk een grote verandering op stapel; de nieuwe inburgeringswet.
Minister Wouter Koolmees constateerde: “Inburgeraars doen te lang over hun inburgering en het huidige stelsel prikkelt niet om op het hoogst mogelijke niveau de Nederlandse taal te leren. De verbinding met participatie wordt onvoldoende gemaakt, onder andere omdat nieuwkomers zich allereerst richten op hun inburgeringsplicht.”
Taal leren door samen boodschappen te doen
Volop meedoen in Nederland is lastig voor de meeste nieuwkomers. Wat hen, naast taal- en inburgeringscursus, écht verder helpt is samen dingen doen. Zoals bij het project Wortel Schieten van het Eetschap.
Dalila Sayd van het Eetschap nam het initiatief voor Wortel Schieten. Ze koppelde HAS-studenten van de minor Plant(w)aardige Toekomst aan jonge statushouders. Tijdens het tien weken durende project kookten ze samen en bedachten nieuwe recepten, zoals een Syrische, vegetarische variant op het worstenbroodje. Ook gingen ze op bezoek bij boeren rond Den Bosch. “Op de fiets”, zegt Dalila. “Zodat ze ook de omgeving beter leerden kennen.”
De boeren gaven uitleg over de gewassen die in Nederland groeien en hoe je die kunt bereiden. Op hun beurt staken de agrariërs wat op van de vluchtelingen. Dalila herinnert zich Ahmed, die even vooroverboog om wat onkruid te plukken. “Daar maken wij thee van”, vertelde hij.
Kennismaking met meiknol
Ook brachten vluchtelingen en studenten bezoekjes aan verschillende winkels met levensmiddelen, Nederlandse maar ook Turkse. Tijdens deze supermarktsafari leerden ze – met Google Translate bij de hand – veel van elkaar. “Vluchtelingen vroegen bijvoorbeeld welk merk tandpasta de studenten gebruikten”, zegt Dalila. En in de Turkse supermarkt maakten de studenten kennis met groenten als palmkool, peterseliewortel en meiknol. Wederkerigheid is volgens Dalila erg belangrijk. “Dat zorgt voor gelijkwaardigheid in de relatie.”
Grotere woordenschat
Hebben de jonge statushouders door Wortel Schieten beter Nederlands leren spreken? “Daarvoor duurde het project te kort”, zegt Dalila. De vluchtelingen hebben wel hun woordenschat vergroot. “En ze hebben kennisgemaakt met de Nederlandse eetcultuur en hoe dingen in ons land zijn georganiseerd.”
Dalila gelooft ook dat Wortel Schieten de vluchtelingen heeft gemotiveerd om beter Nederlands te leren. “Het project gaf hen het gevoel erbij te horen. En dan komt de interesse – in cultuur, in normen en waarden, maar ook in de taal – vanzelf.”
De leesvaardigheid van de Nederlandse jeugd gaat achteruit. Eén van de oplossingen is het aanbieden van taalactiviteiten, juist in gezinnen en op plekken waar dat niet vanzelfsprekend is. Adviseur Goswin Konings werkt aan het taalsterker maken van 0- tot 22-jarigen. En via hen aan de taalvaardigheid van hun ouders.
Je ziet het al aan de manier waarop ouders op het consultatiebureau met hun baby omgaan. De ene ouder benoemt alle handelingen die hij of zij verricht. De andere ouder kleedt zijn baby zwijgend om. “Maar als je niks zegt tegen je kind, van wie moet het dan leren praten?”, zegt Goswin Konings.
Laaggeletterdheid wordt vaak van generatie op generatie doorgeven. Wie opgroeit in een taalarme omgeving begint al met een achterstand op de basisschool. “En dat is lastig in te halen. Om gelijkere kansen te creëren in de samenleving, is het van belang deze cyclus te doorbreken.”
Blik op de toekomst
Goswin ziet kansen in de samenwerking tussen bibliotheek en jeugd- en jongerenwerk. Haar tip: geef lezen en schrijven onopvallend een plek in bestaande activiteiten. Ga samen om tafel en geef bestaande activiteiten een talige draai!
Denkend aan de toekomst hoopt ze op succesvolle lokale netwerken, gericht op het verbeteren van taalvaardigheid van jeugd en jongeren plus ouders. Ze ziet samenwerking voor zich tussen bibliotheken, Taalhuizen én partijen die veel kinderen en hun ouders zien. Denk aan consultatiebureaus, peuter- en kinderopvang, (weekend)scholen en jeugd- en jongerenwerk. “Organisaties richten zich nu vaak óf op de jeugd óf op volwassenen. Als we boven die hokjes uitstijgen en goed doorverwijzen, kunnen we veel meer mensen bereiken.”
Boeken en verhalen een plek geven op de bso
Na een hele dag letters op school, ook nog lezen op de bso? Goswin Konings, adviseur bij Cubiss, gelooft dat het kan. Samen met de Bibliotheek Midden-Brabant en drie kinderopvangorganisaties in Loon op Zand werkte Cubiss aan het bevorderen van leesplezier op de bso.
Onder het motto ‘hoe meer, hoe beter’ daagden de deelnemende organisaties kinderen van zeven tot en met twaalf jaar uit ook na schooltijd te lezen. Dit deden ze met het project Leesavontuur; een project waarin het draait om kinderen op speelse manieren in aanraking te laten komen met boeken (en taal).
Leesavontuur afgerond
Het leesavontuur is inmiddels afgerond en geëvalueerd. Uit de evaluaties met de pedagogisch medewerkers is gebleken dat dat zowel lezers al niet-lezers profijt hebben gehad bij de ondersteuning van het leesavontuur. De ervaringen van het leesavontuur worden gedeeld, zodat andere organisaties hun voordeel ermee kunnen doen.
Jongeren aan het lezen krijgen valt niet mee. Maar lezen is natuurlijk niet de enige manier om met taal bezig te zijn! Organiseer urban-activiteiten voor én met jongeren en ontdek de grote rol die taal daarin speelt!
Cubiss, Surplus en Bibliotheek Nieuwe Veste zochten samenwerking in de vorm van een serie Spoken Word-workshops voor het meidenwerk in Breda Zuid-West. De meiden volgden workshops van Spoken Word-artist Carmen Verduyn. Op deze manier werkten zij aan taal én aan hun zelfvertrouwen. Het mooiste resultaat? De meiden spraken na de workshop onderling vaker Nederlands met elkaar.
We spraken Lisa van Weerdenburg, jeugdwerker Surplus Breda, over haar meidengroep. Meiden tussen de 9 en 14 jaar, afkomstig uit vluchtelingengezinnen of van de tweede generatie. Ze zijn wel met taal bezig, maar niet persé met Nederlandse taal. Taal op school vinden ze stom.
Vervolgens werd Carmen Verduyn, jeugd- en jongerenwerker/Spoken Word-artist, erbij gehaald voor een workshop Spoken Word. Bij Spoken Word vertaal je woorden in zinnen. Je laat voelen wat je met je tekst bedoelt. Er zijn een paar gedragsregels:
De meiden, echte doeners, begonnen met schrijven. Opdracht: zet je pen op papier en schrijf 15 minuten. Lisa: “Zo krijg je meteen een goed beeld van wat er leeft onder de meiden.” Daarna zijn we woorden gaan schrijven. Hoe schrijf je woorden? Hoe interpreteer je woorden?
Ook door aan de slag te gaan met Blackout poetry en het versieren van een blijvende zwerfboekenkast, waren de meiden bezig met taal. Ze leerden zinnen formuleren, zoals op een nette manier om de schaar vragen.
Bij de feestelijke afsluiting waren veel ouders aanwezig. Breda Taal heeft de ouders geïnformeerd over taal- en digitale ondersteuning voor volwassenen. Een positieve bijkomstigheid.
Zonder dat ze het doorhadden werkten de meiden aan taal én aan hun zelfvertrouwen. Met heel veel plezier. Kortom, taal wordt leuk als je het verpakt.
Lesmaterialen en trainingen voor laaggeletterden zijn er volop. Maar hoe zorg je dat ze terecht komen bij de mensen voor wie ze zijn bedoeld? En hoe bestendig je het (taal)netwerk dat daarvoor is ingericht? Dit is in een notendop waarmee adviseur Marjan Middelkoop zich bezighoudt.
Eerst maar even iets rechtzetten. Marjan houdt niet van het woord laaggeletterden. “Dat probeer ik altijd te vermijden. Het gaat om mensen die vragen hebben op het gebied van taal, rekenen en digitale vaardigheden.”
Liefhebbers van taal, zoals Marjan er zelf ook een is, hebben vaak een verkeerd beeld bij laaggeletterden. Ze zien sneue figuren voor zich. “Maar het gaat vaak om mensen zoals jij en ik”, zegt Marjan. “Mensen die zich prima redden, maar wel wat bij te spijkeren hebben.” Een belangrijke tip voor wie met deze doelgroep werkt: “Denk niet in wij en zij.”
“Een op de zes Nederlanders heeft moeite met basisvaardigheden”, vervolgt Marjan. “Ik kom veel verbazing tegen als ik dat vertel.” Tegelijk denkt ze dat de bewustwording over gebrekkige basisvaardigheden is toegenomen sinds in 2016 de eerste (digi)Taalhuizen werden opgericht.
Blik op de toekomst
Vanaf 2020 krijgt de gemeente meer regie. Dat is een van de gevolgen van het nieuwe landelijke actieprogramma dat in de plaats komt van ‘Tel mee met taal’. Gemeenten krijgen vanaf 2021 ook nieuwe taken met betrekking tot de inburgering van nieuwkomers. Marjan ziet daarin een kans voor de Taalhuizen. “Zij hebben een goed zicht op het educatieve aanbod en zouden daar een rol kunnen pakken.”
Meer in het algemeen zullen Taalhuizen hun weg weer moeten vinden in de nieuwe omstandigheden. Marjan denkt volop mee met de coördinatoren over hoe alles wat ze sinds 2016 hebben opgebouwd, behouden kan blijven.
Bijkomstig probleem is dat de meeste coördinatoren geen vaste aanstelling hebben en na drie jaarcontracten op zoek moeten naar ander werk. Een pool vormen van coördinatoren zou een oplossing kunnen zijn, denkt Marjan. “Als je het hebt over duurzame infrastructuur, dan is de positie en bekostiging van Taalhuiscoördinatoren wel een punt.”
Taalhuizen blijken vooral NT2’ers, mensen met Nederlands als tweede taal, te bereiken. Mensen die Nederlands als moedertaal hebben, bereiken ze veel minder. “Vaak schamen zij zich en vinden ze hulp vragen lastig”, zegt adviseur Andrea Driesse van Cubiss.
Hoe kunnen bibliotheken deze doelgroep verleiden tot het bijspijkeren van basisvaardigheden? Daar ging de bijeenkomst Hoger Bereik over.
Andrea Driesse
Deelnemers waardeerden de bijeenkomst met gemiddeld een 7,8. “De sprekers en de oefeningen hebben hun visie echt veranderd”, zegt Andrea. “Bovendien vonden ze het prettig om zich even helemaal op dit onderwerp te focussen.”
Meer weten over Hoger Bereik? Lees de blog van Andrea Driesse »
Leestip! Neem ook eens een kijkje in het inspiratiedocument ‘Leren door te camoufleren’ »
In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is ongeveer 1 op de 6 mensen (18%). In de leeftijdsgroep 16-65 jaar ligt dat aantal op 1,8 miljoen. In Noord-Brabant zijn er 170.000 mensen tussen de 16-65 jaar die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is procentueel iets lager dan het Nederlands gemiddelde. Van de 170.000 laaggeletterde Brabanders heeft 57% een baan. Meer dan de helft van deze groep is van Nederlandse afkomst. Onder de 65-plussers is het percentage laaggeletterden hoger dan in de andere leeftijdsgroepen, maar ook in de leeftijdsgroep 16-45 jaar zijn er veel mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Laaggeletterdheid vormt een maatschappelijk probleem. Cubiss adviseur Saskia von der Fuhr onderzocht dit probleem grondig.
Een (digi)Taalhuis is een herkenbare, fysieke plek voor volwassenen waar je aan de slag gaat met beter lezen, schrijven, rekenen en omgaan met de computer en het internet. Je volgt er cursussen of wordt doorverwezen naar andere instellingen. Ook voor vrijwilligers biedt het (digi)Taalhuis een plek. Zij kunnen er terecht voor bijvoorbeeld onderwijskundig advies of voor geschikt lesmateriaal voor hun cursist(en). Diverse lokale partners bouwen en onderhouden het (digi)Taalhuis gezamenlijk. Naast de fysieke plek is het (digi)Taalhuis dus ook een structureel samenwerkingsverband.
De meeste (digi)Taalhuizen zijn inmiddels al enige tijd open en bevinden zich in de fase borging en doorontwikkeling. Hierbij staat het volgende centraal: het borgen van de continuïteit en kwaliteit, het verhogen van het bereik, het verbreden van de doelgroep en het aanbod en het leggen van verbindingen met relevante thema’s binnen het sociaal domein. Denk aan geld, werk, gezondheid en gezin.
In 2019 is Cubiss betrokken geweest bij diverse activiteiten gericht op de borging en doorontwikkeling van de Taalhuizen. We lichten activiteiten uit.
Landelijke certificering (digi)Taalhuizen
In april 2020 begint het traject rond de landelijke certificering van de (digi)Taalhuizen. Dit traject wordt uitgevoerd door Certificeringsorganisatie CBCT. De Brabantse zelfevaluatie is gebruikt als input voor de zelfevaluatie die onderdeel uitmaakt van het landelijke certificeringstraject.
De maatschappelijke impact van laaggeletterdheid is enorm en zal gezien de ontwikkelingen in onze samenleving alleen maar toenemen. We zetten onze meerjarige opdracht Taal & Media onverminderd door. Een nieuw speerpunt komend jaar is de activering van gemeenten. Zij krijgen meer verantwoordelijkheid binnen het programma Tel mee met taal. In samenwerking met lokale en regionale netwerken bieden wij hen extra ondersteuning zodat zij hun regierol hierin (verder) kunnen toe-eigenen.
Uitbreiding doelgroepen
Twee onderbelichte doelgroepen krijgen dit jaar meer aandacht. Als eerste de kinderen van arbeidsmigranten. Vanwege het tijdelijke verblijf van arbeidsmigranten was er geen aandacht voor de integratie van hun kinderen. Nu ze vaak toch in Nederland blijven, beginnen deze kinderen met een (taal)achterstand aan school. De tweede doelgroep bestaat uit jongeren zonder startkwalificaties. Zij zijn een moeilijk vindbare groep waardoor ze nu niet goed bereikt worden.
Nieuwe inburgeringswet
De nieuwe inburgeringswet gaat in 2021 van kracht. Dit jaar ondersteunen en adviseren we organisaties bij het vormgeven van hun rol binnen deze nieuwe wet. Waar vroeger bij nieuwe Brabanders de focus lag op deelname in de maatschappij, wordt het nu steeds belangrijker dat de groep snel aan het werk gaat. Het bestaande traject ‘Onderweg naar werk’ breiden we verder uit. Ook gaan we in gesprek met verschillende partijen om te kijken welke rol zij kunnen spelen in het voorzien van werk voor nieuwe Brabanders.
Bewustwording
We gaan verder met het bewustmaken van werkgevers van de problematiek van laaggeletterdheid. Onvoldoende taalbeheersing van werknemers heeft consequenties op allerlei vlakken, zoals verzuim en veiligheid. Bestrijding van laaggeletterdheid is van grote waarde voor de organisatie, daar spelen werkgevers een belangrijke rol in.
Cyclus doorbreken
Taalproblemen worden vaak van generatie op generatie doorgegeven. Om de cyclus binnen het gezin te doorbreken moet er ook aandacht komen voor het voorkomen van laaggeletterdheid. Het voorkomen van laaggeletterdheid moet ervoor zorgen dat er minder laaggeletterden bijkomen.
Aan de slag
We moeten de komende jaren blijven investeren in de problematiek van laaggeletterdheid. Een goede samenwerking, regionaal, provinciaal en landelijk, is hierin de sleutel. Samen hebben we een groot netwerk en daarmee een groot bereik. Door de handen ineen te slaan hebben we een grotere kans van slagen.
Andrea Driesse
Ans van Kuringe
Eline Somers
Goswin Konings
Marjan Middelkoop
Marjo Frenk
Milja de Vries
Moon Fung Fong
Nieke Geschiere
Saskia von der Fuhr
Yvonne van Bijnen
Yvonne van den Berg
Kijk voor contactgegevens op cubiss.nl/medewerkers
In dit dossier tonen we een deel van de activiteiten van het project Versterken taalvaardigheid in 2019. Neem voor meer informatie contact op met projectleider Versterken taalvaardigheid Yvonne van den Berg.
Bekijk hier het werkplan Cubiss Brabant 2020 »
Dank aan iedereen die een bijdrage heeft geleverd voor de totstandkoming van dit dossier.
Eindredactie: Eline Somers en Milja de Vries (Cubiss)
Portretfotografie: Yvonne van Bijnen (Cubiss)
Cubiss, 2019